Opgravingen in het noorden van wat tegenwoordig bekend is als Irak, hebben aangetoond dat
koper al werd gebruikt rond 8700 v. Chr. Andere opgravingen wijzen uit dat men in 5000 v. Chr.
koper al smolt en isoleerde uit koperhoudende mineralen zoals malachiet en azuriet.
Van de Sumeriërs en Egyptenaren is bekend dat zij rond 3000 v. Chr.
koper smolten en gebruikten om
brons te maken. Ook in China was het gebruik van
koper bekend en zijn er zeer hoogwaardige bronzen voorwerpen uit 1200 v. Chr. gevonden. De in 1991 in de Oostenrijks/Italiaanse Alpen gevonden mummie Ötzi, die vermoedelijk omstreeks 3300 v. Chr. is gestorven, droeg gereedschap dat uit 99,7% zuiver
koper bestond.
In de mythologie en alchemie werd
koper vaak geassocieerd met de godheid Aphrodite vanwege de mooie glans. Om die reden werd
koper vroeger onder andere gebruikt voor spiegels. De naam
koper is vermoedelijk een verbastering van Cyprus.
Opmerkelijke eigenschappen
Onder invloed van de atmosfeer krijgt
koper een groenige oxidelaag. Het element komt als zodanig in de natuur voor, hoewel het meer in gebonden toestand als sulfide of als oxide aangetroffen wordt. Koperhoudende mineralen zijn o.a. covelliet en malachiet. Op het veel duurdere
zilver na, is
koper de beste geleider van elektriciteit. Om die reden wordt het veel gebruikt in elektronische componenten.
De belangrijkste bronnen van
koper zijn de mineralen azuriet, malachiet en borniet. Deze worden in grote hoeveelheden in ruime mate in de aardkorst aangetroffen.